Kalibreren is het vergelijken van een systeem of apparaat met een standaard om de eigenschappen vast te stellen. Het af- of instellen om het in overeenstemming te brengen met de specificaties wordt justeren genoemd. Een ijking bestaat erin dat er eerst gekalibreerd wordt om dan te justeren. Kalibreren wordt dus vaak ten onrechte en verkeerdelijk ijken genoemd.

Bij het kalibreren van meettoestellen wordt de afwijking (bias) van het meettoestel vastgesteld. Het vaststellen van de afwijkingen kan gebeuren door directe vergelijking met de product specificaties, of door middel van een reeks vergelijkingen met afgeleide standaarden. Op basis van de kalibratie kan worden bepaald of het meettoestel nog aan zijn specificaties voldoet. Bij kalibratie is het van belang dat zo veel mogelijk (naar ISO) herleidbare waarden worden verkregen. Een aantoonbaar herleidbare kalibratie wordt verkregen bij geaccrediteerde kalibratie-instellingen.

Een meettoestel kalibreren is het enige middel om zeker te zijn van de juistheid, de nauwkeurigheid en de geldigheid van de resultaten. Wanneer ze als middel tot kwaliteitsborging gebruikt wordt, draagt de periodieke kalibratie van de apparatuur ook bij tot het minimaliseren van de kosten omwille van fouten die te wijten zijn aan meetonnauwkeurigheden of aan foutieve metingen. Een regelmatige kalibratie is dus, de facto, een reële besparingsbron.

Bron: Wikipedia / Belac