Accreditatie ENMO Services labo – discipline Geluid

Het labo van ENMO Services is geaccrediteerd volgens ISO17025, met bijhorende technische normen IEC61672-3:2013 en IEC60472, annex B. Vanuit verschillende nationale richtlijnen, wordt de gebruiker van een geluidsmeter of geluidskalibrator aangespoord om een geaccrediteerde kalibratie om de 1 of 2 jaar te laten uitvoeren, zodat er wettige en correcte metingen uitgevoerd worden. De klant krijgt bij elke kalibratie een volledig certificaat, waarop vermeld staat dat de apparatuur voldoet en binnen de opgelegde toleranties ligt van de bijhorende norm.

Geluidskalibrator 

Een geluidskalibrator, welke gekalibreerd wordt volgens IEC60472, annex B, wordt in het labo van ENMO Services met behulp van een referentie drukveldmicrofoon opgemeten. Driemaal zal elk drukpunt bepaald worden van de aangeboden kalibrator. Het gemiddelde van deze drie metingen wordt berekend en zal de nieuw vastgelegde drukwaarde zijn.

Daarna wordt elk frequentiepunt ook opgemeten, om te bepalen of de geluidsdruk effectief de juiste frequentie heeft, en kan functioneren als correct referentiepunt.

Als laatste controle wordt de zogenaamde Total Distortion bepaald. De drukwaarde die opgemeten wordt, is namelijk breedbandig maar zou in de perfecte wereld enkel bestaan op het frequentiepunt. Dit is echter  in de praktijk niet mogelijk. Elke frequentie introduceert namelijk harmonischen, en ook de eigenruis van de elektronica in de kalibrator is aanwezig in het breedbandig signaal. Het is dus belangrijk dat de fundamentele drukwaarde effectief de hoofdbron is van de breedbandige drukwaarde.

Geluidsmeter 

Een geluidsmeter wordt gekalibreerd volgens IEC61672-3:2013, en moet logischerwijs onderworpen worden aan andere kalibratietesten dan een kalibrator. Aangezien een geluidsmeter veelzijdiger is dan  een kalibrator, houdt deze kalibratie ook veel meer in. Het eerste deel van de kalibratie is volledig elektrisch. De microfoon wordt vervangen door een overeenkomstige capaciteit, om via een functiegenerator de nodige signalen in het toestel te sturen. De eerste controle van de elektrische testen is dan ook of het toestel correct is ingesteld op de referentiewaardes, en of dit overeenkomt met de aanwezig frequentie- en tijdswegingen.

De volgende stap is de controle van de lineariteit van de geluidsmeter. De metingen zullen uitgevoerd worden op 8kHz en A-gewogen. Problemen met de geluidsmeter en voorversterker worden dikwijls sneller opgemerkt op hogere frequenties. Ook de meest gebruikte A-filter wordt op deze manier getest op zijn lineariteit.

De volgende controle die uitgevoerd wordt, is de frequentie-weging die de aangeboden geluidsmeter bezit. Elke weging zal per octaaf gecontroleerd worden van 63Hz, tot 16kHz (klasse 1) of 8kHz (klasse 2).

Naast de frequentiewegingen bestaan er ook de tijdswegingen en piekdetectoren, aangezien deze heel wat invloed hebben op de meetresultaten. Om dit te controleren zullen er bursten ingestuurd worden en moet de geluidsmeter vervolgens binnen tolerantie de verwachte waarde weergeven op het display. De instuursignalen worden ook gebruikt om de LAE of LAeq te controleren.

Een laatste detector die gecontroleerd dient te worden, is de overload. Het is namelijk belangrijk dat het toestel correct aangeeft of een meting buiten zijn meetbereik valt of niet. Buiten het meetbereik van een toestel werken kan snel foutieve, maar soms aannemelijk meetwaardes opleveren. Hiervoor dient de overload detectie dus ook gecontroleerd te worden.

De volgende testen die plaatsvinden zijn eerder gericht op de stabiliteit van het toestel. Er dient een meting uitgevoerd te worden om te kijken of de geluidsmeter stabiel blijft over een periode van +-30 minuten. Dit om de zogenaamde drift van een toestel op te zoeken. Ook een meting van 5 minuten op hoog niveau dient uitgevoerd te worden, om te kijken of het toestel correct blijft functioneren ondanks het gebruik kort bij de overload-grens.

Als laatste elektrische test, wordt er gecontroleerd of de eigenruis van het toestel nog onder de maximale gespecifieerde waardes van de fabrikant liggen. Dit om na te gaan of de elektronica van de geluidsmeter niet te veel ruis induceert in de metingen.

Bij de volgende fase van de kalibratie wordt er terug gewerkt met de bijhorende microfoon van de geluidsmeter. Er wordt een kalibratie uitgevoerd met een B&K 4226 multifunctionele kalibrator, om zeker te zijn dat het referentiepunt op 94dB correct is. Daarna zullen er drie metingen plaatsvinden op telkens 1kHz, 125Hz en 8kHz. Het gemiddelde van deze metingen wordt gedocumenteerd.

 

<< Vraag hier uw offerte aan voor een geaccrediteerde kalibratie van uw geluidsmeter en/of geluidskalibrator >>